Met vluchtige pootstappen maakte een wit met zwart gevlekte rekel baan door de varens rond het meer. Noah's goudgele ogen knepen zich eventjes samen tot nauwe spleetjes toen hij de omgeving rond hem heen analyseerde. Hij was waakzaam, voorzichtig ook. Hij wou niet de fout maken om ergens uit te glijden, of wat dan ook. Dat was hem al eens eerder gebeurd, en het resultaat was niet zo fijn geweest. Even sloot hij zijn ogen en herinneringen begonnen op te steken in zijn brein.
Oef! Zijn gezicht plofte neer in de modder. Een vrolijk gelach steeg achter hem op, "Doe je goed!" Klonk een hoge stem. Het gelach ging nu over tot zachte hikjes. Met een speelse grom keek hij op, "Kijk maar uit dat jij niet in de modder terecht komt!" Grauwde hij vrolijk. Hij sprong op de zilverkleurige moervos af, die lachend wegsprong.
Met platgelegde oren opende hij zijn ogen weer. Met een geërgerde snauw zette hij het op een rennen. Hij duwde alle herinneringen die zich de kop op staken weer weg, maar daar was hij zo druk mee bezig, dat hij niet oplette. De aarde onder zijn poten hield op, en hij viel een kleine afstand naar beneden. Plons! Daar lag hij in het water. Met samengeknepen ogen keek hij om, hij was een kleine helling afgesprongen, zo het meer in. Goed bezig, Noah. Bedacht hij zich mopperend.
(Hij heeft een nogal complexe geschiedenis ;p x'D Die ik nog niet uitgeschreven heb)